Stakeholders Bo

Sector Kraamzorg

www.kenniscentrumkraamzorg.nl

Op initiatief van BTN, ActiZ en NBvK en met subsidie van het Ministerie van VWS, is het Kenniscentrum Kraamzorg in 2012 opgericht.

Het KCKZ bestaat momenteel uit een directeur, een beleidsmedewerker, een secretaris en een management assistente. Het bestuur bestaat uit vier afgevaardigden van Bo Geboortezorg Peter Boudewijn, Carla Rubio, Cindy Coerver en Marjolein Jacquet, en twee afgevaardigden van de NBvK; Martijn Kranenburg en Astrid Laanen.

Het Kenniscentrum Kraamzorg is er voor én door iedereen in het kraamzorgveld. Dit betekent dat zowel werkgevers- als werknemersorganisaties aan de slag moeten met het Kenniscentrum om samen de kraamzorgsector tot een gelijkwaardige samenwerkingspartner in de geboortezorg te ontwikkelen.

Kwaliteitsregister

Om alle partners in het netwerk van de geboortezorg een goed beeld te kunnen geven van de kraamzorgmarkt, heeft het Kenniscentrum Kraamzorg een kwaliteitsregister voor kraamverzorgenden ontwikkeld. Door zich in te schrijven in dit register leveren kraamverzorgenden niet alleen een belangrijke bijdrage aan het inzichtelijk maken van hun sector, ze laten tegelijkertijd zien welke kwaliteiten (scholing en ervaring) ze in huis hebben om de best mogelijke zorg te kunnen garanderen. De registratie biedt toegang tot actuele kennis en onderzoeken. Daarnaast kunnen kraamverzorgenden hun ervaringen delen met collega’s en een breed netwerk van kraamzorgprofessionals.

Ontwikkelingen

Het Kenniscentrum Kraamzorg speelt ook een grote rol in het ontwikkelen en aanjagen van belangrijke inhoudelijke onderwerpen op het gebied van kraamzorg, denk aan partusassistentie, borstvoeding, levensreddende handelingen of Shaken Baby Syndroom. Het Kenniscentrum zorgt ervoor dat de kwaliteit en continuïteit van deze belangrijke informatie worden gewaarborgd.

Het Kenniscentrum Kraamzorg richt zich op zes beleidsterreinen:

  1. Kwaliteit
  2. Scholing
  3. Inhoud, ontwikkeling en kennisoverdracht
  4. Ketensamenwerking
  5. Onderzoek
  6. Innovatie

Commissies en werkgroepen

Het KCKZ heeft commissies en werkgroepen opgericht die deze zes beleidsterreinen samen met directie en bestuur vormgeven. Het doel hiervan is de beleidsterreinen verder te professionaliseren zodat de kraamzorg zich beter kan profileren in het netwerk van de geboortezorg.

www.nbvk.nl

De NBvK maakt zich al vanaf de oprichting sterk voor een goede kwaliteit van de kraamzorg. Om zo het beroep in stand te houden, het werkplezier van kraamzorgverzorgenden te bevorderen en mogelijk maken dat het unieke Nederlandse systeem van thuis bevallen blijft bestaan.

In 2009 heeft de NBvK een eigen Kwaliteitsregister opgezet. In 2012 heeft de NBvK samen met brancheorganisaties ActiZ en BTN, nu Bo Geboortezorg, het Kenniscentrum Kraamzorg gelanceerd. Het Kwaliteitsregister is daarin ondergebracht. Binnen de NBvK zijn drie werkgroepen actief op het gebied van Kwaliteit & Inhoud, werken in loondienst en ZZP.

Daarnaast hecht de NBvK nog steeds veel belang aan een goede scholing en bijscholing van kraamverzorgenden. Leden kunnen met korting allerlei gespecialiseerde opleidingen volgen.

Organisatieverbanden

Kennisnetgeboortezorg

Het College Perinatale Zorg (CPZ) is een landelijk college waarin alle veldpartijen
die te maken hebben met de perinatale zorg in Nederland samenwerken, ook Bo Geboortezorg neemt hieraan deel. Het CPZ is door 7 partijen opgericht: Bo Geboortezorg (kraamzorgorganisaties), KNOV (verloskundigen), NVOG (gynaecologen), NVK (Kinderartsen), NVZ (Ziekenhuizen), Patiëntenfederatie Nederland en Zorgverzekeraars Nederland. Het College Perinatale Zorg is opgericht om vanuit het advies van de Stuurgroep Zwangerschap en Geboorte: Een Goed Begin (januari 2010) richting te geven aan de beste geboortezorg voor moeder en kind. CPZ is op 1 september 2011 van start gegaan en heeft als opdracht de kwaliteit van de geboortezorg te verbeteren en de babysterfte en morbiditeit in Nederland te verminderen.

Kern van het advies ‘ Een Goed Begin’ is dat de kwaliteit van de geboortezorg moet verbeteren door een hechtere samenwerking en betere communicatie tussen alle betrokken professionals onderling, maar ook met de zwangere en haar naasten. Het CPZ doet dit door openbare kennisuitwisseling op alle niveaus te stimuleren en waar nodig te faciliteren en organiseren. Regionaal samenwerken ondersteunen, best practices op sporen, informatie hierover verspreiden en beschikbaar maken.

Agenda CPZ

De gezamenlijke geboortezorgpartijen staan voor integrale zorg en preventie rond zwangerschap en geboorte. Samen werken we aan de best mogelijke start voor elke zwangere, elk kind en elk gezin.

In de strategische Agenda voor de Geboortezorg 2018-2022: ‘Integrale geboortezorg: Samen bevalt beter!’ zijn drie ambities benoemd:

  • In 2022 ontvangt elke zwangere, baby & gezin ‘state of the art’ integrale geboortezorg en bieden wij hen bewezen de best mogelijke start.
  • In 2022 is de cliënt een gelijkwaardige partner en beslist zij samen met de zorgprofessional.
  • In 2022 is de geboortezorg hét voorbeeld van een doelmatig, solidair en goed functionerend netwerk.

Deze ambities zijn omgezet in concrete thema’s waar CPZ aan werkt: Implementatie van de Zorgstandaard Integrale Geboortezorg, verbeteren van kwaliteit, bevorderen van ‘samen beslissen’, professionaliseren van de integrale geboortezorgorganisatie inclusief passende bekostiging, verbinden met het sociaal domein om de kwetsbare zwangere te ondersteunen, verbeteren digitale gegevensuitwisseling.

Het CPZ houdt zich daarnaast bezig met:

Vereniging in de regio van kraamzorgorganisaties; bevordert de samenwerking en kwaliteit in de zorgketen in de geboortezorg.

Samenwerkingsverband gecentreerd rondom ziekenhuizen om gezamenlijk beleid te maken met betrekking tot de zorg omtrent de zwangerschap en geboorte.

Overheid

www.acm.nl

Per 1 april 2013 is het ACM van start gegaan. De ACM is een samenvoeging van drie toezichthouders: Onafhankelijke Post en Telecommunicatie (de OPTA), de Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa) en de Consumentenautoriteit. De kwaliteit van het toezicht moet door middel van deze fusie verbeterd worden. De ACM stelt regels op voor onder andere de zorgmarkt; met deze regels moet de betaalbaarheid, kwaliteit en beschikbaarheid van producten en diensten gegarandeerd worden.

De ACM, ziet erop toe dat bedrijven op de vrije markt met elkaar concurreren. Concurrenten mogen bijvoorbeeld geen afspraken maken over prijzen. Doen ze dat toch dan worden die organisaties aangepakt. Waar nog geen volledige vrije markt is, zoals in de sectoren energie en vervoer, spant de ACM zich zo veel mogelijk in om die vrije markt te bereiken. De ACM schept dan de randvoorwaarden. Dit wordt reguleren genoemd. Al deze inzet is gericht op voordeel voor de consument.


Toezicht op misbruik economische machtsposities

Sommige bedrijven zijn groter dan andere. Ze blijven de concurrentie voor omdat ze een uitstekend product maken. Dat is gezonde concurrentie en daar is niets mis mee. De ACM kan optreden als een bedrijf dat op een markt dominant is naar middelen grijpt om zijn positie te versterken. Het dominante bedrijf dwingt bijvoorbeeld een wederverkoper om alleen producten van dat bedrijf te verkopen. Kan daardoor de concurrent zijn producten niet afzetten? Dan kan er sprake zijn van misbruik van een dominante positie. De consument heeft dan bijvoorbeeld minder te kiezen of betaalt te veel. De ACM probeert door haar toezicht die gevolgen voor de consument te voorkomen.

Als grote bedrijven of instellingen willen fuseren, dan onderzoekt de ACM de gevolgen voor de concurrentie. Als deze nadelig zijn, dan stellen zij voorwaarden aan de fusie of verbieden deze helemaal. Daarnaast kunnen in specifieke markten extra regels opgelegd worden op om de concurrentie te stimuleren.

Kartels

Ook bedrijven die zich niet aan de Mededingingswet houden worden aangepakt. Afspraken gemaakt tussen concurrenten over prijzen of klanten is bijvoorbeeld verboden. Bedrijven die dat toch doen vormen een kartel. De ACM ziet erop toe dat bedrijven de onderlinge concurrentie niet verstoren. Als de ACM vindt dat de overtreding bewezen is, kan zij een boete opleggen.

Klacht indienen

Bedrijven kunnen bij de ACM terecht met hun signalen over andere bedrijven die zich niet aan de regels houden. Bijvoorbeeld omdat zij afspraken maken over prijzen. De ACM onderzoekt deze klachten van consumenten en bedrijven om de onderliggende oorzaak aan te kunnen pakken.

Voorkomen, verduidelijken en beëindigen

Als bedrijven zich niet aan de regels houden, heeft het ACM een aantal middelen tot haar beschikking om ze hier toe te dwingen. Als een bedrijf een wettelijke norm overtreedt, dan kan ze dit bedrijf een bindende aanwijzing geven. Om een overtreding te beëindigen of voortzetting van een overtreding te voorkomen, kan het ACM bedrijven een last onder dwangsom opleggen. Als alternatief kan een bedrijf een toezegging doen. In zo’n toezeggingsbesluit staan voorwaarden waaraan het betrokken bedrijf belooft te voldoen om verdere handhaving door ACM te voorkomen. De inzet van deze middelen worden op de website vermeld.

Waarschuwen en beboeten

Het ACM kan publiekelijk waarschuwen voor bedrijven die de consumentenregels overtreden. Daarmee wil zij voorkomen dat meer consumenten gedupeerd worden. Zo nodig worden overtredingen bestraft met een boete. Dit kan zowel een boete voor het bedrijf zijn, als voor betrokken personen. De boetehoogte hangt af van de ernst en de duur van de overtreding en specifieke omstandigheden in die zaak. Uiteindelijk gaat het erom dat de boete in verhouding staat tot de overtreding, en dat deze voldoende afschrikwekkend is. Niet alleen voor de overtreder zelf, maar ook voor andere bedrijven. Daarom worden de boetes bekend gemaakt via de website van het ACM.

ACM in de zorg

Binnen de zorg controleert de ACM of zorginstellingen en – ondernemingen niet te groot worden als ze fuseren of worden overgenomen. De gevolgen worden bekeken en er kunnen eventuele verdere voorwaarden worden gesteld of de fusie kan worden verboden. Daarnaast doet de ACM regelmatig onderzoek naar de werking van de zorgmarkt.

 

www.igj.nl

De IGJ is verantwoordelijk voor het toezicht op de zorg die aan de Nederlandse bevolking als geheel wordt gegeven. De IGJ houdt toezicht op de kwaliteit en veiligheid van de geleverde zorg en jeugdhulp door zorginstellingen, individuele beroepsbeoefenaren en fabrikanten van genees- en hulpmiddelen op basis van de Gezondheidswet. Daarnaast geeft het via het Landelijk Meldpunt Zorg informatie en advies aan burgers over de kwaliteit van de zorg en de jeugdhulp.

Toezicht
De IGJ houdt toezicht op de veiligheid van de zorg. De inspectie kent diverse – elkaar beïnvloedende – vormen van toezicht. Met risicotoezicht zet de inspectie haar toezichtcapaciteit proactief en gericht in op de grootste risico’s in de zorg. Verder wordt bij het risicotoezicht ook invulling gegeven aan vormen van thematoezicht. Onder incidententoezicht valt het toezicht waarmee de inspectie reageert op meldingen van burgers, zorgaanbieders, fabrikanten, gemeenten en andere instanties.

  1. Toezicht op risico’s

IGJ verzamelt proactief en periodiek interne en externe informatie om zicht te krijgen op risico’s in een bepaalde zorgsector of zorgbreed. Al die informatie gebruiken zij om te beoordelen welke zorgaanbieder of fabrikant ze bezoeken. IGJ gebruikt de data ook voor risicoprofielen. Als er sprake is van (potentieel) risico, treedt de IGJ op.

Risicotoezicht is ook het uitvoeren van landelijk toezicht op risicothema’s. Zo besteedt de inspectie in 2019 specifiek aandacht aan onder andere netwerkzorg, ehealth, regeldruk, het samenwerken met gemeenten en goed bestuur

  1. Toezicht op incidenten

Meldingen over incidenten, misstanden en structurele tekortkomingen zijn een belangrijke bron van informatie voor de inspectie. Ze kunnen een signaal zijn dat ergens een structureel risico is voor onveilige zorg. Iedereen kan een melding doen, maar zorgaanbieders en fabrikanten zijn voor bepaalde incidenten (zoals calamiteiten) verplicht deze te melden bij de inspectie. Deze meldingen komen binnen bij het Meldpunt IGJ.

  1. Handhaving

Als de inspectie vaststelt dat het niveau van zorgverlening onvoldoende is of dat door zwakke plekken in het zorgproces de kans op vermijdbare schade te groot is, grijpt zij in. De inspectie kiest voor de interventie die past bij de omvang van het risico en ook overige omstandigheden van de specifieke situatie. De voor de inspectie beschikbare interventiemogelijkheden reiken van stimulerende, corrigerende en bestuursrechtelijke interventies tot aan tuchtrechtelijke en strafrechtelijke interventies. In het handhavingskader staan mogelijke maatregelen beschreven.

Landelijk Meldpunt Zorg (LMZ)

Het LMZ geeft informatie, advies en ondersteuning aan burgers met een vraag of klacht over de zorg. LMZ boordeelt de informatie die het krijgt op relevantie voor het toezichtproces. De meeste informatie (90%) neemt LMZ op als ‘burgersignaal’ en betrekken ze in het risicotoezicht. Een beperkt deel (10%) van de burgerinformatie zet LMZ door als melding en betrekken ze in het incidententoezicht. Om een beeld te schetsen van het soort vragen en klachten per sector wordt jaarlijks een Klachtbeeld gepubliceerd.

Het Meldpunt

Vragen, meldingen en signalen kunnen zorgaanbieders, zorgverleners en fabrikanten doorgeven aan het Meldpunt van de IGJ. Er komen jaarlijks ongeveer 10.000 meldingen binnen. Soms doet de IGJ zelf onderzoek, soms wordt de zorgaanbieder gevraagd dit zelf te doen en een verslag te sturen.

www.inspectieszw.nl

Op 1 januari 2012 is de Inspectie SZW van start gegaan. De Inspectie SZW is een samenvoeging van de organisaties en activiteiten van de voormalige Arbeidsinspectie, de Inspectie Werk en Inkomen en de Sociale Inlichtingen- en Opsporingsdienst van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW).

De Inspectie SZW houdt toezicht op de naleving van de volgende wetten en regelingen:

  • De Wet arbeid vreemdelingen, de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag en de Wet allocatie arbeidskrachten door intermediairs.
  • De Arbeidsomstandighedenwet en de Arbeidstijdenwet (ter bevordering van veilige en gezonde werkomstandigheden en werk- en rusttijden voor werknemers).
  • Het Besluit risico´s zware ongevallen en de Aanvullende risico-inventarisatie en –evaluatie.
  • De Wet arbeidsvoorwaarden gedetacheerde werknemers in de EU.
  • De Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden.
  • De Kernenergiewet ter bescherming van werknemers tegen stralingsrisico’s.
  • Een aantal Warenwetbesluiten.
  • De Wet op de economische delicten.
  • De naleving van cao’s.

De Inspectie SZW houdt zich verder bezig met opsporen en signaleren:

  • Opsporen van grootschalige fraude, arbeidsuitbuiting en mensensmokkel op het gebied van de sociale zekerheid. Dit gebeurt onder aansturing van het Openbaar Ministerie.
  • Signaleren van ontwikkelingen en risico’s op het werkveld van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en deze melden aan belanghebbende partijen.

Om de grootste risico’s aan te pakken en een zo groot mogelijk maatschappelijk effect te behalen, werkt de Inspectie SZW in programma’s. Een programma bestaat uit een meerjarige serie van activiteiten, waarin een thema of een sector centraal staat. Om zo effectief mogelijk te werken wordt per programma een mix van toezichtinstrumenten en opsporingsonderzoeken ingezet. Afhankelijk van de doelgroepen en de risico’s zet de Inspectie onder andere gerichte controles, voorlichting en overleg met de sector in. Ook maakt de Inspectie gebruik van combinaties van interventies (inspecties, communicatie, (opsporings) onderzoeken, samenwerkingsverbanden et cetera). Hierbij speelt ook een rol hoe maatschappelijke partijen (zoals brancheverenigingen) zijn georganiseerd en hoeveel invloed zij (kunnen) hebben bij de aanpak van risico’s.

Elk jaar publiceert de inspectie een jaarplan. Elke paar jaar wordt een meerjarenplan gepubliceerd. U kunt het meerjarenplan voor 2019-2022 hier lezen.

www.rijksoverheid.nl 

Ministerie van Financiën zorgt voor overheidsinkomsten, ziet toe op de besteding, is verantwoordelijk voor de fiscale wetgeving en houdt toezicht op de naleving ervan.

www.rijksoverheid.nl 

Het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid werkt aan eerlijk, gezond en veilig werk in Nederland. Ministerie van SWZ is onder meer verantwoordelijk voor het arbeidsmarktbeleid, inclusief migratie en vrij verkeer van werknemers, uitkeringen en re-integratie, inkomensbeleid, het combineren van arbeid en zorg, arbeidsomstandighedenbeleid en inspectie daarop.

www.rijksoverheid.nl

Nederland gezond en wel. Dat is het motto van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS). Zorg voor ouderen en jongeren en voor mensen met een lichamelijke of verstandelijke handicap. Ongeveer 5000 ambtenaren van dit ministerie maken het overheidsbeleid op het terrein van de gezondheidszorg, de maatschappelijke zorg en sport.

Ernst Kuipers is de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en is verantwoordelijk voor de algemene infectieziektebestrijding covid-19, Curatieve zorg, bevolkingsonderzoeken, o.a. kanker, zorgverzekeringswet, zorgtoeslag en pakketbeheer, drugs, genees- en hulpmiddelen, IGJ, gezondheidsbescherming: voedsel en productveiligheid en toezicht daarop door NVWA, infectieziektebestrijding, medische technologie en innovatie, eigenaarstaken concernorganisaties, kennis en informatie-infrastructuur, medisch-ethische vraagstukken, pandemische paraatheid, betaalbaarheid van de zorg, duurzaamheid in de zorg en medisch-specialistische vervolgopleidingen. 

Conny Helder de minister voor langdurige zorg en sport en is binnen de grenzen van het door de minister vastgestelde beleid in het bijzonder belast met: Langdurige zorg: ouderenzorg, gehandicaptenzorg, mensen met een beperking, GGZ, wijkverpleegkundige zorg, persoonsgebonden budget, kwaliteitsbeleid care, arbeidsmarktbeleid, sport, proces coördinatie verantwoording Covid-19 bij VWS, rechtmatige zorg en goed bestuur en ontregelde zorg en organiseerbaarheid/regionalisering

Maarten van Ooijen is de staatsecretaris van VWS en is binnen de grenzen van het door de minister vastgestelde beleid in het bijzonder belast met: Oorlogsgetroffenen en verzetsdeelnemers, WMO en mantelzorg, maatschappelijke opvang  en beschermd wonen, preventie, gezondheidsbevordering (leefstijl), VWS domein voor BES-eilanden, jeugdbeleid, jeugdwet en jeugdgezondheidszorg en GGD in gemeentelijk domein.

Volksgezondheid
VWS stimuleert mensen tot gezond gedrag. Mensen die problemen hebben met hun gezondheid moeten tijdig een beroep kunnen doen op de huisarts, het ziekenhuis of andere vormen van gezondheidszorg. Zij zijn daarvoor verzekerd en hebben dus recht op zorg. Samen met ziektekostenverzekeraars, aanbieders van zorg en patiëntenorganisaties zorgt het ministerie van VWS dat er genoeg voorzieningen zijn en dat mensen voldoende keuzemogelijkheid hebben.

Welzijn
Nederland kent groepen inwoners die minder (kunnen) profiteren van onze welvaartsstaat. Zij zijn in economisch opzicht niet zelfstandig of nemen niet actief deel aan de maatschappij. In samenwerking met departementen die zich bezighouden met economie, onderwijs, wonen en milieu versterkt het ministerie van VWS de sociale infrastructuur. Belangrijke onderdelen van het sociaal beleid zijn het vrijwilligerswerk en de jeugdzorg.

Sport
Sport bevordert de gezondheid, zorgt voor sociale contacten en draagt bij aan de zelfontplooiing. De ‘sportieve missie’ van het ministerie van VWS is het mogelijk maken dat iedereen op een verantwoorde manier kan sporten. Daarnaast besteedt het ministerie geld en aandacht aan topsport, zodat Nederland ook bij internationale toernooien een goede partij is.

www.rivm.nl

Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) zet zich in voor een gezonde bevolking en een duurzame, veilige en gezonde leefomgeving. Dit doen we op basis van onafhankelijk wetenschappelijk onderzoek. Samen met onze opdrachtgevers signaleren we welk onderzoek nodig is en voeren we dit uit. Het RIVM geeft advies aan de overheid, professionals en burgers en delen onze kennis. Zo ondersteunt het RIVM de samenleving om onszelf en onze leefomgeving gezond te houden.

www.zonmw.nl

ZonMw financiert gezondheidsonderzoek én stimuleert het gebruik van de ontwikkelde kennis, om daarmee de zorg en gezondheid te verbeteren. ZonMw stimuleert met allerlei subsidieprogramma’s de totale innovatiecyclus. Van fundamenteel onderzoek tot implementatie van nieuwe behandelingen, preventieve interventies of verbeteringen in de structuur van de gezondheidszorg.

ZonMw heeft als hoofdopdrachtgevers:

  • Het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS)
  • De Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO)

Ministeries, NWO en andere organisaties geven ZonMw de opdracht om oplossingen te zoeken voor bepaalde knelpunten of om gerichte werkterreinen te stimuleren. Een analyse door deskundigen is de basis voor een programma, dat richting geeft aan oplossingen en onderzoek. Binnen een programma kunnen wetenschaps- en praktijkinstellingen onderzoek doen of op projectbasis vernieuwingen ontwikkelen, testen en uitvoeren.

Regelmatig kunnen onderzoekers, zorgverleners en instellingen gericht op zorg en gezondheid subsidie aanvragen voor onderzoeks- en innovatieprojecten passend binnen een programma. Een deskundige commissie, geadviseerd door onafhankelijke experts selecteert de voorstellen. Bij de selectie van subsidievoorstellen zoekt ZonMw vernieuwing in combinatie met kwaliteit.

Voor kraamzorgorganisaties is het programma Zwangerschap & Geboorte(2011-2016) relevant. In 2016 is hierin een call geweest voor onderzoek naar de kraamzorg. Hieruit zijn 5 onderzoeken gestart waarover u hier meer kun lezen.

Het ministerie van VWS heeft in 2017 €12,2 miljoen ter beschikking gesteld aan ZonMw voor het vervolgprogramma ‘Zwangerschap en geboorte II’. Het vervolgprogramma bouwt voort op de kennis en kennisinfrastructuur die in het eerste programma zijn ontwikkeld. Begin mei 2017 is de eerste subsidieronde opengesteld, welke een looptijd van vier jaar heeft. Kraamzorg wordt beschouwd als onderdeel van de integrale geboortezorgketen en valt dus binnen de kaders van dit programma. Meer informatie over dit onderzoeksprogramma kunt u hier lezen.

Het ZonMw programma ‘Wat werkt voor de jeugd’ heeft in juli 2020 een nieuwe subsidieoproep geplaats. Onderzoeksvoorstellen die kennis opleveren over wat werkt bij het tijdig signaleren, en zo goed mogelijk ondersteunen, van kinderen en gezinnen in kwetsbare omstandigheden kunnen worden ingediend. Meer informatie over dit onderzoeksprogramma kunt u hier lezen.

www.zorginstituutnederland.nl

Zorginstituut Nederland is een advies- en uitvoeringsorganisatie op het gebied van de gezondheidszorg. Het Zorginstituut Nederland, tot medio 2013 het college voor zorgverzekeringen (CVZ), richt zich voornamelijk op de basisverzekering zoals die is vastgelegd in twee belangrijke zorgwetten: de Zorgverzekeringswet (Zvw) en de Wet langdurige zorg (Wlz). Het Kwaliteitsinstituut richt zich ook op de individuele (gezondheids)zorg; zorg die door professionals of instellingen aan patiënten en cliënten wordt geleverd, ongeacht of deze in het basispakket zit of niet.

De taken van het zorginstituut Nederland bestaan uit:

  • Adviseren over, en verduidelijken van het basispakket aan zorg,
  • Bevorderen kwaliteit en inzichtelijkheid van de zorg,
  • Zinnig Zorg – Systematisch doorlichten van het basispakket,
  • Financiering en kostenontwikkeling Zvw en Wlz.

 

Adviseren over, en verduidelijken van het basispakket aan zorg

Deze taken van het Zorginstituut zijn gericht op een basispakket aan zorg waarin kwaliteit, toegankelijkheid en betaalbaarheid in balans zijn en waarvoor maatschappelijk draagvlak bestaat. Het Zorginstituut adviseert de minister van VWS over de kwaliteit, toegang en betaalbaarheid van het basispakket. Ten tweede adviseert het Zorginstituut de minister van VWS over de opname van apotheekgeneesmiddelen in het geneesmiddelenvergoedingssystemen en dus in het basispakket. Ten derde stelt het Zorginstituut standpunten vast met betrekking tot welke zorg tot het basispakket hoort in het geval van onduidelijkheid.

 

Bevorderen kwaliteit en inzichtelijkheid van de zorg

Het Zorginstituut stimuleert de continue kwaliteitsverbetering in de gezondheidszorg en het voor iedereen toegankelijk maken van begrijpelijke en betrouwbare informatie over de kwaliteit van de geleverde zorg. Kwaliteitsstandaarden en de bijbehorende meetinstrumenten en informatiestandaarden leveren hier als kwaliteitsinstrumenten een belangrijke bijdrage aan. Het Zorginstituut stelt kwaliteitsgegevens voor publiek gebruik via een openbare database beschikbaar aan de zorgverzekeraars voor hun zorginkoop en aan consumentenwebsites. Specifiek benoemde zorgsectoren hebben de wettelijke verplichting om duidelijk omschreven gegevens over de kwaliteit van verleende zorg bij het Zorginstituut aan te leveren.

De Meerjarenagenda van het Zorginstituut is de wettelijk erkende afsprakenlijst met een overzicht van kwaliteitsstandaarden, informatiestandaarden en meetinstrumenten die met voorrang moeten worden ontwikkeld. Het Zorginstituut begeleidt en bevordert de ontwikkeling en implementatie van de op de Meerjarenagenda geplaatste kwaliteitsinstrumenten. Bij het niet realiseren of halen van de in die Meerjarenagenda vastgelegde afspraken en termijnen kan het Zorginstituut in het algemeen belang de ontwikkeling van een kwaliteitsstandaard, meetinstrument of informatiestandaard tijdelijk van betrokken partijen overnemen.

In een openbaar register, het Register op Zorginzicht, staat wat zorgaanbieders, patiënten, cliënten en zorgverzekeraars samen hebben afgesproken over wat goede zorg is voor een specifiek zorgonderwerp; dat gebeurt in de vorm van kwaliteitsstandaarden en de bijbehorende informatiestandaarden en meetinstrumenten. Het zorginstituut ondersteunt dit proces met advies, onderzoek en het ontwikkelen van algemene spelregels voor het maken van kwaliteitsstandaarden en de bijbehorende informatiestandaarden en meetinstrumenten.

 

Zinnige Zorg – Systematisch doorlichten van het basispakket

Iedereen in Nederland moet erop kunnen rekenen dat hij of zij goede zorg krijgt. Niet meer dan nodig en niet minder dan noodzakelijk. En dat daarvoor geen onnodige kosten worden gemaakt. Het Zorginstituut beoordeelt daarom of de diagnostiek en de therapeutische interventies die deel uitmaken van het basispakket op een patiëntgerichte, effectieve en doelmatige manier worden ingezet.

 

Financiering en kostenontwikkeling Zvw en Wlz

Het Zorginstituut speelt een belangrijke (uitvoerende) rol bij geldstromen die omgaan in de Zorgverzekeringswet (Zvw) en de Wet langdurige zorg (Wlz). Met de financiële taken draagt het Zorginstituut bij aan een goed werkend en betaalbaar zorgstelsel voor iedereen. Onder deze financiële taken valt onder andere het innen en verdelen van de gelden voor het Zorgverzekeringsfonds en het Fonds langdurige zorg, en het analyseren van zorgkostenontwikkeling met behulp van Big Data.

Bekostiging

www.nza.nl

De Nederlandse Zorgautoriteit is een zelfstandig bestuursorgaan dat toezicht houdt op de markten voor zorg. Zij maakt en bewaakt goed werkende zorgmarkten samen met de sector waarin ook de belangen van de consument centraal staan. Door de intrede van marktwerking hebben zorgaanbieders en zorgverzekeraars meer vrijheid en eigen verantwoordelijkheid. Streven is dan ook dat waar het kan, eigen verantwoordelijkheid genomen wordt. Uiteraard zijn er wel regels en dient verantwoording afgelegd te worden. En als de belangen van de consument in het geding komen, grijpt de NZa in.

 

Rollen NZa
De NZa is marktmeester in de zorg. Haar belangrijkste taken zijn: advisering, regulering en toezicht en handhaving.

Advisering

De NZa adviseert de minister en de staatssecretaris van VWS, gevraagd en ongevraagd. Deze adviezen gaan bijvoorbeeld over mogelijke verbeteringen in de wetten en regels in de zorg. De adviezen worden gebaseerd op onderzoek en analyses van feiten en cijfers in de zorg. De bewindslieden besluiten vervolgens zelf of ze deze adviezen overnemen of niet.

Regulering

De NZa stelt regels, budgetten en tarieven vast voor dat deel van de zorg dat is gereguleerd en stelt condities voor marktwerking vast, die geheel of gedeeltelijk geliberaliseerd kunnen worden. De NZa heeft onder meer als taak om voor tarief-gereguleerde zorgmarkten kostendekkende tarieven vast te stellen en waar nodig te voorzien van een herijking. Zij voert onder andere kostenonderzoeken uit en marktscans. Deze onderzoeken hebben directe en indirecte effecten op uw organisatie. Een marktscan geeft op systematische wijze een beeld van de stand van zaken op een bepaalde markt of een gedeelte van de markt. En aan de hand van een kostenonderzoek wordt  een tarief vastgesteld.

Het ministerie van VWS stelt jaarlijks op advies van de NZa maximum tarieven vast. Dit betekent dat de zorgverzekeraars/zorgkantoren zorg kunnen inkopen tegen een tarief dat het maximum niet overschrijdt. Zie ook hoofdstuk 4 Financiering.

Toezicht

In het toezicht werkt de NZa samen met andere toezichthouders zoals Zorginstituut Nederland en de Inspectie Gezondheid en Jeugd (IGJ). Ook wordt samengewerkt met de Inspectie Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de FIOD om fraude met zorggeld op te sporen. Voor toezicht op fusies, concentraties en marktmacht werkt de NZa samen met de Autoriteit Consument en Markt. De NZa houdt toezicht op de volgende onderwerpen:

  • Correcte declaratie van zorg door zorgaanbieders,
  • Goede informatie door zorgaanbieders en zorgverzekeraars aan burgers,
  • Goed bestuur,
  • Zorgplicht van zorgverzekeraars,
  • Concentraties en fusies in de zorg.

Handhaving

Handhaving is er op gericht om naleving van de wet en daarmee de werking van het stelsel te bewerkstelligen en te bevorderen. De NZa hanteert een combinatie van instrumenten om effectief toezicht te bereiken. Het wettelijk instrumentenpalet biedt de NZa mogelijkheden om algemene condities op zorgmarkten te stellen, zoals prestatiebeschrijvingen, kostentoerekeningsprincipes, slimme prijsplafonds en toezichtsregels.

Daarnaast kan de NZa in individuele gevallen optreden, zoals bij een aanbieder met aanmerkelijke marktmacht, als daardoor de concurrentieverhoudingen worden verstoord. De NZa wil een goede verhouding aanbrengen tussen optreden via het stellen van algemene condities en optreden in individuele gevallen. Dat moet een zodanige mix zijn, dat effectief en ‘licht’ optreden hand-in-hand gaan.

www.zn.nl

ZN is een brancheorganisatie van zorgverzekeraars. ZN behartigt de belangen van de zorgverzekeraars, zoals Bo Geboortezorg de belangen van kraamzorgaanbieders behartigt. De vereniging heeft als doel om de zorgverzekeraars te ondersteunen bij hun missie: het realiseren van goede, betaalbare en toegankelijke zorg voor alle verzekerden, gericht op het bevorderen van gezondheid en kwaliteit van leven.

De hoofdactiviteit van ZN is het realiseren van voorwaarden waarbinnen de leden het vak van zorgverzekeraar optimaal kunnen uitoefenen.

ZN wil een gezaghebbende en betrouwbare gesprekspartner zijn in het veld van de gezondheidszorg, samen met de overheid en landelijke organisaties van zorgaanbieders, patiënten en consumenten en andere maatschappelijke organisaties. ZN neemt actief deel aan het maatschappelijke debat over de inrichting van het zorgverzekeringsstelsel en het aanbod en de kwaliteit van de zorgvoorzieningen.

Zorgverzekeraars

Verzekeren is het afkopen van bepaalde risico’s. Zorgverzekeraars nemen, in ruil voor een ontvangen premie, bepaalde zorgrisico’s over van hun verzekerden. Mocht de verzekerde onverhoopt zorg nodig hebben, dan staat de zorgverzekeraar garant voor de betaling van de kosten van die zorg – uiteraard met inachtneming van de voorwaarden in de verzekeringspolis. De met de zorgverzekering te verzekeren risico’s bestaan uit de behoefte aan geneeskundige zorg, mondzorg, farmaceutische zorg, hulpmiddelenzorg, verpleging, verzorging, verblijf in verband met geneeskundige zorg en het vervoer in verband met het ontvangen van zorg.

Bij ZN zijn op dit moment alle in Nederland werkzame zorgverzekeraars aangesloten. Volgens die visie van ZN behartigen zorgverzekeraars als maatschappelijke ondernemers de belangen van hun verzekerden. ZN ondersteunt de zorgverzekeraars door effectieve belangenbehartiging en collectieve dienstverlening vanuit een gemeenschappelijke visie met de volgende uitgangspunten:

  • Zorgverzekeraars hanteren solidariteit en voor iedereen gelijke toegankelijkheid van de zorg als uitgangspunten binnen een privaat verzekeringsstelsel
  • Zorgverzekeraars streven naar voortdurende verbetering van kwaliteit van zorg, gezondheid en kwaliteit van leven van hun verzekerden
  • Zorgverzekeraars maken zich sterk voor doelmatige zorg en kostenbeheersing
  • Zorgverzekeraars zetten betrouwbaarheid, goede service en gemak voorop, zowel voor verzekerden als voor zorgaanbieders. De uitgangspunten zijn: zekerheid, zo min mogelijk administratieve lasten en glasheldere informatie
  • Zorgverzekeraars zijn niet primair gericht op het maken van winst. Ondernemerschap en onderlinge concurrentie staan in dienst van betere en betaalbare zorg en het bieden van keuzemogelijkheden aan verzekerden.

Individuele zorgverzekeraars

Alle leden van Bo Geboortezorg moeten in gesprek met individuele zorgverzekeraars over een contract. Hierbij wordt gecontroleerd of de kraamzorgorganisatie voldoen aan de inkoopeisen van de zorgverzekeraar. Iedere zorgverzekeraar mag haar eigen inkoopbeleid met inkoopeisen opstellen. Ze publiceren dit beleid uiterlijk 1 april van het jaar voorafgaand aan het jaar waarin het beleid van toepassing is.

Het soort contract, en daarmee de tarieven, varieert naar gelang voldaan kan worden aan de eisen van de verzekeraar. De basiseisen van de verzekeraars komen grotendeels overeen met de lidmaatschapseisen van Bo.

Bo voert ieder jaar meerdere gesprekken met zowel alle individuele zorgverzekeraars als met ZN. In deze gesprekken worden onderwerpen zoals het zorginkoopbeleid, projecten en het proces van contractering besproken. Bo voedt de zorgverzekeraars met informatie over de sector zodat dit meegenomen kan worden in de beleidskeuzes van de zorgverzekeraars. Omdat Bo geen contracterende partner is mag zij alleen in gesprek over het beleid. Bo kan en mag niet namens haar leden onderhandelen over het tarief.
Indien een kraamzorgorganisatie wil onderhandelen over het contract, zal de organisatie dit zelf met de individuele zorgverzekeraar moeten doen.

Vakbonden

www.avv.nu 

AVV staat voor Alternatief voor vakbond. AVV is een vakbond die op een andere manier werkt dan andere vakbonden, zij betrekken iedereen die onder de cao valt bij die cao, leden en niet-leden. Dat doen ze door in de voorbereiding nauw samen te werken met medewerkers en het eindresultaat voor te leggen aan álle medewerkers die onder de cao vallen, fulltime, parttime, net in dienst of al heel lang in dienst, iedereen heeft één stem. Bij een principeakkoord mag iedereen stemmen, kraamverzorgenden hoeven daarvoor geen lid te zijn van AVV.

www.cnv.nl

CNV Zorg en Welzijnis één van de bonden van de organisatie CNV. CNV Zorg en Welzijn komt op voor de belangen van leden in de sectoren zorg & welzijn waaronder verpleging, verzorging, thuiszorg, apotheek en kraamzorg. CNV houdt zich bezig met collectieve belangenbehartiging, individuele belangenbehartiging en daarnaast ook met de beroepsinhoud. Dit laatste omvat alles waar werknemers in het dagelijks werk  mee te maken hebben. Zoals wetgeving die het beroep beïnvloedt en (ethische) dilemma’s waar men in de praktijk tegenaan loopt. CNV Zorg en Welzijn maakt afspraken met werkgevers over arbeidsvoorwaarden en leggen dit vast in een CAO en zorgen voor de naleving hiervan.

www.fbz.nl 

FBZ staat voor: Federatie van Beroepsorganisaties in de Zorg en daaraan gerelateerd onderwijs en onderzoek. FBZ is de rechtsopvolger van FHZ en AFZ/AC.  In totaal zijn 22 beroepsorganisaties  aangesloten bij de FBZ. De beroepsorganisaties verzorgen de collectieve belangenbehartiging voor hun leden, waarvan het arbeidsvoorwaardelijk deel door de FBZ wordt verzorgd. De FBZ onderhandelt namens de aangesloten beroepsorganisaties aan 10 cao-tafels in de zorg. Naast het (cao-)overleg op landelijk niveau voert de FBZ ook op instellingsniveau overleg met werkgevers over de personele gevolgen van fusies en reorganisaties. De FBZ onderhandelt daarbij met de werkgever over bijvoorbeeld een sociaal plan. Ook neemt de FBZ onder andere deel aan overleg over pensioenen, functiewaarderingssystemen en arbeidsmarktfondsen en met zorgverzekeraars

www.fnv.nl 

FNV Zorg en Welzijn is een vakbond in de publieke sector die zich inzet voor de belangen van werknemers in verschillende beroepen waaronder de zorg. De zorgsector is ondergebracht bij FNV Zorg en Welzijn. Zij behartigt de collectieve én individuele belangen van werknemers op het gebied van werk en inkomen.

www.nu91.nl

NU ’91 is een onafhankelijke organisatie van verpleegkundigen en verzorgenden die zowel de beroepsinhoudelijke als de arbeidsvoorwaardelijke belangen van gezondheidszorgers behartigt. Zij maakt zich sterk voor de professionalisering en zelfstandigheid van het verpleegkundig beroep door het behartigen van arbeidsvoorwaardelijke en het centraal stellen van de beroepsinhoud. NU’91 werkt o.a. aan de beeldvorming en waardering van het beroep, de kwaliteit van het verpleegkundig/verzorgend onderwijs en wettelijke regels en kaders.

Opleiden

www.czo.nl

CZO houdt toezicht op de kwaliteit van zorgopleidingen. Toetst en accrediteert zorgopleidingen en om de kwaliteit te behouden en waar mogelijk te verbeteren. 

www.sbb.nl 

Erkent en ondersteunt leerbedrijven in de overtuiging dat onderwijs en bedrijfsleven van groot belang zijn bij het opleiden van jonge vakmensen.

Ketenpartners geboortezorg

www.knov.nl

De KNOV is een beroepsvereniging van verloskundigen die haar ruim 3500 (aspirant) leden zowel individueel als collectief ondersteunt en hun deskundigheid als specialist van het fysiologisch geboorteproces doorlopend verbetert voor het welzijn van moeder, kind en hun omgeving. De KNOV stimuleert de professionalisering en kwaliteit van verloskundige zorg.

www.ncj.nl 

Nederlands Centrum Jeugdgezondheid (NCJ) is het innovatie- en kenniscentrum voor de jeugdgezondheidszorg in Nederland. Het NCJ stimuleert vernieuwing van het vak, zet jeugdgezondheid op de agenda en maakt beproefde kennis toegankelijk.

Het NCJ ontwikkelt, implementeert en gebruikt wetenschappelijk onderbouwde richtlijnen, en heeft daar een speciale pagina op hun website voor ontwikkeld.
De richtlijnen zijn weliswaar ontwikkelt voor JGZ-medewerkers maar kunnen zeker ook interessant voor uw (kraam)zorgorganisatie zijn (bijv. de multidisciplinaire richtlijn borstvoeding).

www.NFU.nl 

NFU is de beroepsvereniging voor Universitair Medisch Centra. NFU behartigt de belangen van de UMC’s in Nederland.

www.nvk.nl

De NVK zet zich in voor de gezondheidszorg voor kinderen en de belangen van kinderartsen. Dit doen zij middels pleitbezorging en preventie. Het doel is om te verbinden én te ondersteunen.

www.nvog.nl 

NVOG is de wetenschappelijke beroepsvereniging voor gynaecologen. Wil de beste kwaliteit van zorg leveren voor vrouwen in alle levensfase. 

www.nvz.nl 

NVZ behartigt belangen van algemene ziekenhuizen en categorale instellingen op zorginhoudelijk, economisch en sociaal vlak.

www.patientenfederatie.nl

Patiëntenfederatie Nederland (voorheen NPCF) vertegenwoordigt ruim 200 patiëntenorganisaties. De patiëntenfederatie zet zich in voor betere, veilige en betaalbare zorg. Zo is de patiëntenfederatie, net als de consumentenbond en het LOC, betrokken bij het afsluiten van de algemene leveringsvoorwaarden Kraamzorg.

Dankzij de inbreng van ruim 23.000 leden van het zorgpanel, de vragen en ervaringen die patiënten melden bij de Zorglijn en de beoordelingen op ZorgkaartNederland.nl heeft de patiëntenfederatie Nederland in beeld wat volgens patiënten goed gaat in de zorg en wat er beter kan. De belangrijkste onderwerpen waar de patiëntenfederatie Nederland zich mee bezighoudt zijn:

  • Patiëntenparticipatie
  • Patiëntveiligheid
  • Samen beslissen
  • Zorg thuis en langer thuis
  • Digitale zorg.
  • Gegevensuitwisseling
  • Medicijnen: beschikbaarheid en goed gebruik
  • Juiste zorg op de Juiste plek
  • Palliatieve zorg
  • Transparantie over kwaliteit van zorg.
  • Zorgkosten en betaalbare zorg.
  • Zorgverzekeringen
  • Hulpmiddelen
  • Zorgevaluatie en gepast gebruik
  • Gender en gezondheid
  • Europa
  • Tweede Kamerverkiezingen 2021

Patiëntenfederatie Nederland komt op voor alle mensen die zorg nodig hebben. Dat doen wij door zelf beleid te ontwikkelen en dat van andere organisaties en beslissers te beïnvloeden. Patiëntenfederatie Nederland geeft patiënten een stem: in de spreekkamer, in de politiek, bij de zorgverzekeraar en in het nieuws. Op basis van de ervaringen van mensen zorgen we dat de zorg beter aansluit bij wat mensen vragen. Onze informatie helpt mensen bij het maken van keuzes in de zorg door praktische informatie, (keuze)hulpmiddelen en ervaringen van anderen te delen.

De Patiëntenfederatie is o.a. een van de partners in het College Perinatale Zorg en in het tripartite overleg in het kader van de kwaliteitsverantwoording. De Patiëntenfederatie is bezig met het opstellen van een nieuwe richtlijn over omgaan met pijn tijdens de bevalling. Hierin staan aanbevelingen voor zorgverleners. Daarnaast streven ze naar meer aandacht voor de wensen en behoeftes van zwangere vrouwen en meer keuzevrijheid.